Creativiteit hoort thuis op elke schoolbank - Kris Van den branden
In de krant De Standaard stond vorige week een artikel met als ronkende titel “Waarom creativiteit thuishoort op de schoolbanken”. Bekende Vlaamse artiesten vertelden in dat artikel hoe ze zich binnen het vak artistieke vorming leerden uiten en hoe bevrijd ze zich voelden door de overstap naar het kunstsecundair onderwijs. Ik las het artikel met interesse, maar toch overviel mij de vrees dat de modale lezer zich gesterkt zou voelen in zijn overtuiging dat creatief denken iets voor buitenbeentjes is, voor de vrijbuiters en ‘artistiek begaafde’ leerlingen die in het aso niet aarden. Niets is minder waar. Creatief denken hoort thuis op de schoolbank van iedere leerling, van aso tot bso.
Creatief denken is ruimer dan artistieke expressie. De kern van creatief denken is anders naar de dingen kijken, anders omgaan met ideeën, voorwerpen en ervaringen. ‘Out of the box’, en in die box zit wat we normaal denken, doen en verwachten. Wie creatief heeft leren denken, heeft vele troeven. Ten eerste kunnen creatieve mensen kleine en grote problemen in hun omgeving beter oplossen: als één bepaalde oplossing (de voor de hand liggende) niet werkt, bedenkt iemand die creatief kan denken makkelijker een alternatief. Wie creatief heeft leren denken, kan zich ook vlotter aanpassen als de ‘normale’ gang van zaken verstoord raakt. Wie creatief heeft leren denken, kan zich veel voorstellen, en wie dat kan, kan beter om met onvoorstelbare gebeurtenissen (zoals degene waarmee we nu geconfronteerd worden). Wie zijn verbeelding leert gebruiken, kan ook beter aan de sleur van het gewone leven ontsnappen of kan zich een weg uit de miserie bedenken. Wie heeft geleerd om dingen vanuit verschillende perspectieven te bekijken, zal minder snel ten prooi vallen aan onproductieve stereotypen en
steriele denkwijzen. Wie creatief heeft leren denken, vindt meer verschillende vormen om zijn gevoelens te uiten, en staat ook sneller open om nieuwe contacten op te zoeken of nieuwe dingen te leren. En wie nieuwe dingen leert, ontleent daar een gevoel van zelfcompetentie en tevredenheid aan.
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat creatief denken in zowat alle raamwerken rond de 21ste-eeuwse sleutelcompetenties die jongeren op school moeten verwerven, bovenaan prijkt. Dat is niet alleen omdat hedendaagse economieën drijven op het innovatief vermogen van haar bevolking en omdat bedrijven snakken naar werknemers die mee kunnen denken en creëren. Dat is ook niet alleen omdat we al onze creatieve vermogens nodig hebben om de grote uitdagingen waarmee de mensheid worstelt het hoofd te bieden. Dat is ook omdat creatief denken een positieve invloed heeft op de mentale gezondheid en het leervermogen van mensen. De eindtermen rond creatief denken zijn dus geen surplus, ze zijn een pluspunt, zelfs een must, voor elke leerling.
Het goede nieuws is dat iedereen beter kan worden in creatief denken. Niet alleen de leerlingen die academisch goed scoren, want creatief denken draait net om het afwijken van de strakke procedures, denkpatronen en werkwijzen die vaak nodig zijn om academisch te slagen. Het is ook een competentie die in alle vakken kan bevorderd worden. Van de leraar Nederlands die zijn leerlingen aanzet om een leeservaring op een originele manier te verwerken tot de leraar PAV in het bso die zijn leerlingen uitdaagt om een creatieve manier te bedenken tegen gsm-verslaving. De eindtermen rond creativiteit en innovatief denken zijn volgens de Vlaamse overheid transversale eindtermen: ze worden bevorderd in samenhang met inhouden van diverse vakken in het curriculum. Dat neemt uiteraard niet weg dat het vak artistieke vorming een unieke bijdrage kan leveren op dit gebied, en in het curriculum van aso, tso, kso én bso dus maar beter de ruimte krijgt die het verdient.
Het valt dus maar te verhopen dat geen enkele van de eindtermen waarin het woord ‘creatief’ of ‘innovatief’ voorkomt, moet sneuvelen in het huidige debat over de zwaarte van die eindtermen. Want op de keper beschouwd is er weinig dat ons zo onderscheidt van andere diersoorten dan onze verbeelding. Creatieve toetsen maken het leven bijzonder, amusant en boeiend. Kleine variaties zijn de motor achter de menselijke vooruitgang en beschaving. Onderwijs in creatief denken is dus niet alleen bestemd voor buitenbeentjes. Het gaat om de training van het buitenbeentje in elke leerling.
bron: Kris Van den Branden
Comentarios