top of page

Interview met een AFS-student

Andres Manuelo Medina, volgt als AFS-student het 5de jaar Audiovisuele Vorming in het Secundair Kunstinstituut te Gent. ‘Ik ben Andres, ik ben 17 jaar, ik kom uit Mexico, ik studeer in 5 AVV (audiovisuele vorming) en ik ben blij dat ik hier ben.’ Voor mij zit een stralende jongeman. Hij zal in een kort gesprekje zijn liefde voor België betuigen. Hoewel het niet zijn eerste keuze was om naar hier te komen en dat hij zijn gastfamilie – hij is hier met AFS – als echte familie beschouwt. Zo zit zijn ‘oudste zus’ van 20 ‘op kot’, zo verwoordt hij het zelf. Zelf woont hij met nog een andere zus van dezelfde leeftijd en een jongere broer van 12 in Laarne. Andres komt uit Morelia, de hoofdstad van de staat Michoacàn in ‘the west-center’ van Mexico. Toch een beetje vreemd om een Mexicaanse jongeman zo lovend over België te horen praten. Een aantal vragen dringen zich op, zoals de allereerste vraag waarom – in hemelsnaam – hij voor België gekozen heeft. Al een pak minder vlot probeert hij dat uitgelegd te krijgen in het Nederlands. Ik besluit hem uit zijn lijden te verlossen, hij mag zijn verdere relaas in het Engels doen. Over de Nederlandse taal zegt hij nog even kort, maar immer met de glimlach op het gezicht, dat het geen evidentie is om dat te leren doch dat het al vrij aardig begint te lukken. Zijn gastland leek Zwitserland te gaan worden. Hij was daar niet zo gelukkig mee – zijn voorkeur was Duitsland. Al surfend op facebook belandde hij op een site met ‘10 reasons why you should go te Belgium’. Ik was onmiddellijk verkocht’, zo zegt hij mij met een brede glimlach. ’s Anderendaags belde men hem van AFS dat ook Zwisterland niet kon doorgaan, maar dat ze een plaatsje gevonden hadden in – jawel – België. ‘Ik heb geen seconde geaarzeld – ik was blij dat alles liep zoals het gelopen is – en ben nog steeds blij dat ik in België zo goed word opgevangen. Ik heb veel vrienden die naar België willen komen. België heeft echt een goede reputatie in de stad waar ik vandaan kom. Wat België dan zo speciaal maakt ? De gastvrijheid en de open geest van de mensen. Het mag hier dan wel een paar graden kouder zijn dan in Mexico – iets waar hij moeilijk kan aan wennen – maar zijn er veel overeenkomsten. Hij vindt de mensen hier bijzonder warm en vriendelijk. Zeker als je het vergelijkt met andere landen in Europa. Hij heeft een vriend die met AFS in Duitsland zit die er spijt van heeft niet in België te zitten. Op dit moment verblijven er zeven of acht van zijn vrienden in België. Een school zoals het Secundair Kunstinstituut in Gent waar je toneel, fotografie of film kan studeren, dat bestaat gewoonweg niet in Mexico. ‘Voor mij ging er echt een wereld open. Dat is ook de reden waarom ik fotografie en video heb gekozen. Ik ben zeer dankbaar dat ik hier les mag volgen en ben ook mijn gastfamilie zeer dankbaar. Dat zijn ervaringen waarvan ik nog gans mijn leven ga kunnen van genieten. Mijn gastgezin vroeg me welke school ik wilde kiezen. Ik had twee opties, een klassieke middelbare school of een school met iets meer sport. Ik twijfelde – maar toen ze me voorstelden dat ik ook kon kiezen voor het Secundair Kunstinstituut, wist ik het zeker : dat moest het worden. In het begin was het wel even aanpassen – niet alleen was er de taalbarrière, ik had ook totaal geen notie van fotografie en video. Maar ik wilde snel bijleren. Het hielp ook dat ik goed werd ontvangen door mijn medeleerlingen.’ Ook van de leraren kan hij op veel begrip rekenen en als ik hem vraag of er grote verschillen zijn met de leraars in Mexico, moet hij toch even lachen. ‘Ik ben blij dat ik hier net als in Mexico mijn leraren mag aanspreken met hun voornaam. Ik weet dat dit hier niet de norm is, dat er ook scholen zijn waar men nog meneer of mevrouw moet zeggen. Ik vind dat informele karakter belangrijk. Het schept een band en geeft vertrouwen. Maar pas op hé, ik bejegen mijn leraren met respect. Zo krijg je een mooie wisselwerking, krijg je respect terug. Ik krijg alle kansen, men tracht mij zo goed mogelijk te begeleiden.’ Het is duidelijk dat hij het op onze school goed naar zijn zin heeft. Zijn eerste taalcursus met AFS – 4 uur Nederlands in de week zit er op. In januari weet hij zijn uitslag van zijn examen. Hij heeft er een goed oog in. Daarna zal hij het Nederlands op zijn eigen ritme – al doende moeten leren. Dat zal nodig zijn, want op ’t einde van het schooljaar moet hij – net als alle andere leerlingen – zijn examens doen. Met dat verschil dat hij de twee examenperiodes in eens zal moeten doen. ‘Dat wordt nog moeilijk’, zegt hij zelf, doch hij heeft er veel vertrouwen in. Momenteel – we zitten in het begin van de examenperiode – doet hij vrijwilligerswerk bij OXFAM. Hij heeft zijn handen vol, zeker nu we midden in de koopjesperiode zitten. Hij tracht me uit te leggen wat de doelstellingen zijn van OXFAM. FAIRTRADE. Mooi toch ? Obligate vragen als ‘wat vind je van het Belgische bier?’ en van de ‘Belgische keuken’ blijven uiteraard ook niet achterwege. Hij vertelt dat hij met zijn vader uit Laarne geregeld een trappistje nuttigt. Over de Belgische keuken is hij eerder kort – lekker, doch als hij heel eerlijk mag zijn, de Mexicaanse keuken is veel rijker en gevarieerder. En ook lekkerder. Voor het eerst zie ik een klein spatje heimwee op zijn gezicht. Toch als ik hem vraag naar een tussentijdse evaluatie van zijn traject schieten zijn ogen vol vuur. Hij kan nu al zeggen dat dit een mooie ervaring is. En dat is toch ook bijzonder mooi !

Laatste berichten
Archief
bottom of page